Rouw (gedicht)

De wolven, zij huilen, gevaarlijk verwond

de vogel gedood, en als as op de grond

dan is daar de dood, zij kwam onverwacht

en nam je geliefde, in duistere nacht

 

De dood is een gruwel, een aak’lig zwart ding

Het kwam en het greep je, het nam iets en ging

Geef lucht aan je pijn, wees lief voor de smart

Pas dan is daar ruimte, een pak van je hart.

 

Geduld, oh geduld, je hoeft niet te kiezen

Je hart, je hoofd, je verstand niet verliezen

Hou vast, als vanzelf, hou vast aan je zelf

Laat gaan, laat bestaan, niet langer de held

 

En dan is daar adem, ja dan is daar lucht…….

Opnieuw is er leven, een intense zucht

Geen angst meer, geen woede, geen wanhoop, geen haat

Niet langer het duister, maar open gelaat

 

Je ogen weer nuchter, het duister voorbij

Je dagen in stilte, in leven, en vrij

Het zonlicht, de warmte, het mag er toch zijn

Na afscheid, na rouwen, na tranen, na pijn

 

Dus geef het bestaansrecht maar niet elk moment

nooit vanzelfsprekend, en niet aan gewend

maar leg het op tafel en kijk er maar naar

Het mag daar wel liggen, het is al zo zwaar

 

Hoe kan je verwerken, hoe krijgt het een plaats

Laat gaan toch, het hoeft niet, het is niet de baas

Pas als het bestaan mag, pas dan minder pijn

Het is er, het was er en zal er steeds zijn

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.