Nieuwsgierig blijf ik. Altijd.

Om nog even terug te komen op die wens om te fotograferen of alleen maar te genieten van hetgeen ik buiten waarneem: deze week stond ik op de sprinter te wachten op het station in Wezep. Ik ben altijd een kwartier te vroeg. Dat vind ik prettig want ik hou niet zo van haasten.

Een bijkomstige reden is dat er op het glazen hokje vaak vlinders zitten. Spijtig genoeg zie ik een platte meikever, inmiddels onder de voet gelopen door een haastige reiziger.

Gelukkig word ik vrijwel onmiddellijk afgeleid door een kleine, groene nachtvlinder. Met Obs Identify ontdek ik dat het een Papegaaitje is, met als wetenschappelijke naam Chloroclysta siterata. Dat staat in die app, en de wetenschappelijke naam onthoud ik niet zo gauw trouwens. Maar meestal wel de Nederlandse naam.

Hij of zij zit heerlijk op te warmen in de zon die net opgekomen is boven de bomen. Tevreden met mijn foto blijf ik wachten op de trein uiteraard, want Amersfoort komt niet vanzelf naar mij toe.

Als dan uiteindelijk de sprinter binnenrolt, komen alle aanwezigen in beweging en iedereen lloopt richting een willekeurige deur.

Ineens valt mijn oog op een grijzige, nogal grote driehoek, midden op de stoep: het is een nachtvlinder en hij is enorm!

Er ontstaat onmiddellijk een error in mijn hoofd. Ik wil instappen, een foto maken, en de vlinder redden van de ondergang. Wat moet ik nu?

In een split second buk ik en pak de vlinder op die bezig is op te warmen. Ik overwin een vage angst, want nooit eerder waagde ik mij aan een dergelijke onbesuisde actie. Hij kriebelt en is nog groter dan hij aanvankelijk leek. De vlinder is nog te suf om weg te vliegen, hij is nog in opwarm-modus. Ik ren naar de struiken en wil hem op een blaadje zetten. Het beest heeft zich echter, ondanks zijn slaperigheid, behoorlijk vastgeklemd aan mijn vingers en een lichte paniek maakt zich van mij meester. Toch overwint de drang om te slagen en lichtjes doch dwingend schud ik het beest van mijn hand. Hij valt op de struik en ik grijp mijn tas die midden op de stoep staat. Het fluitje van de conducteur klinkt, en opgelucht ben ik net op tijd binnen de deuren. Met een licht gevoel van spijt, omdat ik geen foto heb kunnen maken, ga ik zitten in de trein. Ik neem me voor om ‘s avonds in mijn boek te kijken of er een dergelijk groot beest bestaat in Nederland. Natuurlijk bestaat hij want anders had ik hem niet gezien.

Trouwens, ik ga er zomaar van uit dat het een hij is. Dat gegeven is niet zo interessant. Het voorval zet me aan het mijmeren. Zou ik ooit in een positie komen dat ik een trein mis vanwege een vlinder? Of vanwege een vogel? Of iets anders? Een wolf, of een ree op het spoor?

En wat is belangrijker, het hebben van de foto, het weten van de naam, het redden van het beest of het op tijd halen van mijn werk? Ik ben er vrij vlot uit. Het redden van de vlinder is absoluut het doel. Het is dan ook precies de reden dat ik de waarneming normaal gesproken doorgeef aan een site die alle informatie verzamelt.

Aan het eind van de dag keer ik tevreden huiswaarts. Mijn man, die in de keuken het eten staat klaar te maken, merkt op dat ik later ben dan anders. ‘Ja, dat klopt. Lang verhaal.’

Later vertel ik hem dat ik na een dag hard werken, nog even het perron van vanochtend opgelopen was. Ik wilde even kijken of die vreemde vlinder er nog zat. Zodat ik alsnog die felbegeerde foto kon maken. Al was het alleen maar om de naam van het beestje te weten. Want nieuwsgierig blijf ik!

Altijd.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb