Ja, ik schreef het al, ik ben een rare. Ik hou van fantasiefilms. Jammer eigenlijk, dat de makers van de films Harry Potter en Lord of the Rings klaar zijn: ik ben er zo gek op! Ik heb alle boeken gelezen, en smul van de grootsheid waarmee Tolkien, en ook Rowling, de boeken schreef. Dat is een understatement trouwens, boeken schrijven. Het is toch een levenswerk! Ik ben jaloers, zoals deze mensen schreven en schrijven. Om die boeken te mogen lezen, is genieten met een grote G.
Maar dan de kunst om je te verdrinken in een boek. Alles om je heen verdwijnt. Ik word altijd zelf een Hobbit, of een dwerg. Ik smul van de fantasie, en het kan allemaal niet, dat snap ik, maar heerlijk! Wat maakt het uit! De lijn tussen werkelijkheid en fantasie is bij mij lekker dun hoor. Als ik ze zie vliegen, dan zie ik ze lekker vliegen. Het boeit me niet zoveel wat anderen daar van zeggen.
Dat is net als met elfjes en engeltjes. Zo leuk! Maar ben ik dan gelijk loenatik? Er zijn toch overal mensen voor? Je kunt het zo gek niet bedenken of er zijn wel mensen voor. Gelukkig maar. Want als we allemaal hetzelfde zijn, wordt het maar een saaie boel. Vroeger, rond mijn tiende, las ik vooral meisjesboeken. Oh, heerlijk vond ik dat. ‘Mieke van de Rozenlaan’, bijvoorbeeld. Een zoetsappig verhaal, wat soms ineens verdrietig werd in de loop der bladzijden. En dan de boekjes die we kregen met kerst! Plus een sinaasappel. We ontvingen het boekje altijd na het kinderkerstfeest, in de kerk. Dat was nog een hele organisatie qua uitdelen, want iedereen had een persoonlijke boodschap voorin het boekje staan. Dit soort gebeurtenissen ervaarde ik als heel bijzonder. En de boekjes hadden altijd een pagina of negentig. Ze gingen vaak nergens over, maar ik weet nog dat ik ze in een keer uit las. Eigenlijk was het ook een soort van fantasie. Weet je, met je ziel en zaligheid wegkruipen in een boek is best fijn, vooral als je geen zin hebt in het werkelijke leven. Want het was best wel eens pittig.
Later kocht ik veel gedichtenbundels. Boekjes van Toon Hermans bijvoorbeeld. Het ging ook weer nergens over, maar het was wel humoristisch. Ik vroeg die boekjes vaak voor sinterklaas, en begon dan te bladeren met een chocoladeletter in mijn hand: sommige gedichtjes dragen nog de sporen van die 5e december. Genieten met een grote G noem ik dat.
Jaren later was er met grote regelmaat een boekenverkoop in de bibliotheek. De boeken kostten dan één euro per kilo. Hele tassen vol sleepte ik weg, en ik was niet zo heel kieskeurig. Ik heb er niet één van weggegooid. Maar ook niet zo heel veel van gelezen. De meeste boeken staan op mijn online-boekwinkeltje, maar sommigen mogen echt niet weg.
Nog steeds fantaseer ik er kwistig op los. Als men ergens een gedicht nodig heeft of als men een leuke naam zoekt voor een nieuwe locatie, dan weet men mij te vinden. Ik heb schijnbaar een ruime woordenschat, of, anders gezegd, een mateloze geldingsdrang, dat mijn naam ergens blijft hangen, al was het maar als de gedichtenschrijver voor het sintcadeau. Banketstaaf of chocoladeletter.
Op mijn werk heeft men mij gevraagd na te denken over het ontwikkelen van mijzelf, om meer invulling en body te geven aan mijn takenpakket. Het zou leuk zijn als extra dimensie naast mijn gewone werk. Welnu, ik heb meteen maar aangegeven dat ik mee wil kijken naar de website van mijn werk, om tekstueel aanpassingen te kunnen doen, en allerlei zaken te controleren die erop staan. Dit heeft niets te maken met fantasie, maar wel met die geldingsdrang. De behoefte om ‘belangrijk’ te zijn. Gewoon, als redacteur van een website. Maar liever was ik belangrijk als zusje van Harry Potter, of als de grote Elf naast Frodo en Sam. Maar ach, dat verdient zo weinig.
Reactie plaatsen
Reacties