Postnatale depressie

Echt, ik hou van mijn dochters... Toen ik zwanger was van mijn oudste dochter, zat ik op een roze wolk. Mijn geluk kon niet op. De zwangerschap verliep voorspoedig en ik had een prachtig buikje. Ik droeg mooie kleren en voelde me top. Bovendien was ik niet misselijk, wat vrij uniek is heb ik het idee.

Mijn oudste dochter werd twee dagen na de uitgerekende datum geboren: de avond ervoor stond ik nog onkruid te trekken in de tuin en de overburen zeiden: ‘oh, die heeft nesteldrang’. In ieder geval, die nacht begonnen de weeën om een uur of vier en om een lang verhaal kort te maken: onze dochter werd geboren om 11.00 uur, dus het was een vlotte gebeurtenis. Vervolgens had ik gehoopt op fantastische weken, maar daar kwam niets van terecht.

Wat een drama. Ze hebben het wel eens over kraamtranen, rond de vierde dag, nou, het bleven kraamtranen, tot ongeveer haar derde verjaardag! Ik weet nog, dat er tijdens de kraamweek visite kwam, en ik wilde dat niet: ik vond het verschrikkelijk. Ik kon de zorg voor een baby niet combineren met de visite. Het lukte gewoon allemaal niet. Bovendien huilde ze voor mijn gevoel altijd en eeuwig. Ze werd geboren aan het begin van april, en ik weet nog dat ik op Koninginnedag zei tegen haar vader: alsjeblieft, neem haar mee naar de rommelmarkt en kijk maar wat je er voor krijgen kan! Wat verschrikkelijk erg is dat, als je er nu over nadenkt. Bizarre gedachtegang. Ik kon het allemaal niet. Ik dacht steeds: wat is dit een rotstreek! Hoe kunnen ze me hier nu mee opzadelen? Hadden ze dit niet iets beter uit kunnen leggen?

Na de derde verjaardag van mijn dochter gingen we toch nadenken over een tweede. Want één is zo alleen. Ik was huiverig, en ging naar de huisarts. Deze verwees mij door naar de verloskundige, en ik deed bij laatstgenoemde mijn verhaal. Zij adviseerde direct, nog voordat ik zwanger was, om naar Wageningen te gaan, naar een gynaecoloog die medicijnen voorschrijft bij een kinderwens na een postnatale depressie.

Zo gezegd, zo gedaan. De tweede zwangerschap verliep ook zeer voorspoedig, en de geboorte was wederom een peulenschil. Op de dag van de geboorte van onze tweede dochter begon ik met het slikken van medicijnen, namelijk een hoge dosering vrouwelijk hormoon: al snel merkte ik een verschil van dag en nacht: het was een roze wolk, en die duurde voort. Ook toen ik na anderhalf jaar mocht stoppen met de medicatie was het nog steeds een feestje.

Naderhand is er altijd een andere band geweest met beide meiden. Er zat verschil in. En tot op de dag van vandaag vind ik dat zo erg! Nu, na al die jaren, is daar dan eindelijk het warme gevoel, de intense liefde die ik voel als het over mijn dochters gaat. Misschien komt het ook wel omdat ik nu eindelijk een stabiel leven leidt. Met een korte ei, niet met een lange ij. Bovendien heb ik alles uitgesproken naar mijn oudste dochter, ze weet ervan. Ze vindt het niet erg, maar ze heeft het wel gevoeld. En logisch. Wat kan er toch veel mis gaan tijdens de eerste jaren van iemands leven; maar goddank zijn kinderen over het algemeen zo allemachtig flexibel, en zijn de lessen er om je sterker te maken. En nu, ze zijn zo eigen, zo mooi, zo bijzonder. Ik draag het leven en al zijn facetten aan hen op: ik hoop van ganser harte dat ze een waanzinnig leven hebben, en dat, als ze ooit zelf kinderen mogen hebben, terugdenken aan hun moedertje, die ook maar wat deed, maar altijd met de beste intenties. Youp van ’t Hek zei ooit: iedereen heeft wel een trauma; als je maar wil! Ik ben dat nooit vergeten, want iedereen krijgt pijntjes te verduren en lessen te leren, maar uiteindelijk gaat het erom wat je ermee doet. Dus dochters: op voorhand ben ik al trots, op alles wat jullie doen en nog gaan doen. Trots als een pauw.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb