De dood of de gladiolen

Dat gezegde betekent zoveel als: ik waag het erop. Het wordt een mislukking of een glorieuze overwinning, ‘alles of niets’.

Ik dacht hieraan toen ik nadacht over oud worden. Ik roep wel eens: ‘ik wil vijfennegentig jaar worden!’, maar ik vind dat redelijk opportunistisch. Als ik namelijk op mijn zeventigste een beroerte krijg en vervolgens na de zinloze poging te herstellen met behulp van revalidatie alsnog kwijlend in een rolstoel vijfentwintig jaar moet wachten op mijn dood, wil ik dat dan écht? Nee natuurlijk niet. Als kwaliteit van leven in die mate achteruit gaat, dan moet ik er niet aan denken! Als niemand me meer opzoekt, als ik volledig afhankelijk wordt van anderen, als ik achter slot en grendel moet voor mijn eigen veiligheid, wie is er dan bij gebaat? Niemand. Mijn kinderen niet, mijn omgeving niet, de staatskas niet. Komt het volgend dilemma om de hoek kijken: we zijn allemaal zo dankbaar dat de medische wetenschap zoveel kan: maar kunnen we niet gewoon te veel? Iemand reanimeren, dat hij het net redt, en vervolgens wegkwijnen in een rolstoel, omdat je het ‘net gered’ hebt, dankzij de wonderen die verricht werden? Begrijp me niet verkeerd: als je nog plezier beleeft, en dankbaar bent dat je je kinderen nog kunt zien, als je nog vreugde ziet in de kleine dingen, wie ben ik dan om dat te willen manipuleren?

Maar toch. Als ik hard roep dat ik vijfennegentig wil worden, hangt dat erg af van de omstandigheden. Beter kwaliteit van leven gehad tot mijn zestigste, dan doodongelukkig sterven op mijn vijfennegentigste. En trouwens, ‘alles of niets’ is ook zo’n relatief begrip. Want alles is wel veel. Soms kom je iemand tegen en dan wordt snel gevraagd: ‘alles goed?’ Nou, precies, alles is wel veel. En niemand zit te wachten op een lang verhaal, dat het niet goed gaat.

Afgelopen zondag zaten we op een terrasje in de Noordoost polder. Er kwamen vier mensen op het terras zitten, een ouder echtpaar en een jonger stel. De dame van het oudere echtpaar herhaalde telkens haar zinnen, waaruit ik duidelijk kon opmaken dat ze behoorlijk in de war is. Toen ze na het nuttigen van een ijsje na drie kwartier weer richting de auto liepen, liep de oudere heer hand in hand met zijn vrouw. Het greep me aan. Dan heb je samen de oorlog overleefd, dan heb je samen kinderen en kleinkinderen gekregen, dan stond je schouder aan schouder naast elkaar door dik en dun; en dan heb je dit! Echtgenoot, maar bovenal hulpverlener.

Nee, de uitspraak dat ik vijfennegentig wil worden zal ik iets voorzichtiger uit moeten spreken. Ik vind gladiolen wel mooi, maar niet ten koste van alles en iedereen.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.