Soms hoor je mensen praten over iemand die gescheiden is. Ik vond de scheiding afschuwelijk, vooral voor de kinderen. Mijn dochters waren elf en zes, en maakten het redelijk bewust mee. Het verdriet was groot, voor alle ‘partijen’. Wat een rotwoord, partijen. Maar dat werd het toch, hoe we ook ons best deden om zo weinig mogelijk kleerscheuren te genereren.
Mijn man kwam uit de kast. Ja, dat was wel een dingetje, midden op de bible-belt, twaalf jaar na ons huwelijksfeest. Maar na een jarenlange worsteling was daar dan het hoge woord. En ja, we blijven bij elkaar, ja dat doen we! Maar de grond werd te heet, en de rek was eruit. Ik was er wel klaar mee.
Hoe het er ook aan toe ging, het was een grote stap, voor ons allemaal. En ook voor het bekrompen dorp. Want hoe ga je daar nu mee om? In die tijd heb ik contact gezocht met een praatgroep, die is er in Nederland, en deze luistert naar de naam Orpheus. Dankzij deze geweldige organisatie was ik bij machte orde te scheppen in de chaos. Het was heel erg fijn om met gelijkgestemden te praten over die plotselinge coming-out, en over het gevoel in de kou te staan als achtergebleven hetero. Het was een bizarre gewaarwording om er achter te komen dat je man niet degene is die je denkt dat hij is. Je wordt verschrikkelijk heen en weer geslingerd door emoties, en dat gaat van boosheid naar verdriet, van opluchting naar blijdschap en weer terug.
Uiteindelijk kwam ik er – na een lange weg – sterker uit. Maar het was wel even zoeken naar mezelf, naar het vrouw-zijn en naar het geluk. Het was zwaar om te zien hoe de kinderen worstelden met de scheiding. Het missen van de ene ouder, die niet langer in de buurt was, en het zoeken naar een manier om te dealen met het verdriet: het was geen peulenschil. Weet je, er was ook gelijk geen houden meer aan; het was niet van ‘ach, we proberen het weer voor de kinderen’, nee, je weet meteen dat je uitgespeeld bent. Dat er geen schijn van kans meer is. Aan de andere kant kun je wel direct starten met het opbouwen van iets nieuws. Ondanks de ontluisterende bitterheid die er was bij mij, was daar de nieuwe start. Terug op zoek naar mijzelf.
En dat is gelukt. Ik ben daarna tien jaar alleen geweest met mijn dochters, en het waren soms moeilijke, maar bovenal waardevolle jaren. Jaren vol geluk, humor en woeste baren. We voeren dezelfde koers, met onze blik naar voren gericht.
Mijn dochters zijn nu de twintig voorbij, en zij zijn evenwichtige dames. Ik hou zielsveel van ze, want we hebben zoveel waardevolle herinneringen. Echt, ik heb een enorme reden om dankbaar te zijn! We hebben het gered. Een of andere malloot zei eens: het is nooit zo donker, of het wordt wel weer licht. En dat klopt als een zwerende vinger.
Reactie plaatsen
Reacties