Om het toch even te hebben over vergeten groente, boerka's en eigenwijze schrijvers, want in mijn beleving was het tijdens de zomer weer veel komkommers eten. Oftewel, komkommertijd.
De hoeveelheid nieuws is tot een minimum gedaald. Politici zijn vertrokken naar oorden waar de gewone burger nog nooit van heeft gehoord, het land is leeggelopen en opnieuw gevuld met hoofdzakelijk Duitsers. Als je tijdens je vakantie in eigen land wil blijven vanwege het gemak van eigen taal, dan kom je bedrogen uit want tachtig procent van de doorzon-gezinnen komen vanuit het oosten met een noodgang de grens over.
Maar goed, ik dwaal weer behoorlijk af, zoals vaker het geval. Komkommertijd tijdens de zomer betekent dat er weinig bijzonders te melden is, behalve boze boeren vanwege de droogte of teveel regen, en berichten van caravans, die hun complete inboedel uitgestald hebben langs menig kant van de weg. Enfin, toen er dan gespreksstof werd gecreëerd voor wijsneuzen zoals ik, heb ik er eerst even over nagedacht. Ik dacht in eerste instantie: ik doe hier niet aan mee!
Maar er ontstonden nieuwe woorden, waar een jarenlange discussie aan vooraf was gegaan, zoals het boerkaverbod en het begrip LHBTI (voordat ik deze laatste afkorting schreef, heb ik even op Google gekeken of ik de volgorde wel correct schreef, anders krijg ik straks een biseksuele over me heen vanwege de verkeerde plek van de B).
Omdat de journalisten en columnisten toch niks te doen hadden tijdens het zomerreces, vonden ze het allemaal nodig om hun mening te ventileren. En dan het liefst, als het even kan online, zodat alle vervelende – en zich vervelende – Hollanders weer los konden gaan via het toetsenbord. Hele oorlogen worden gevoerd over het wel of niet dragen van een boerka (je-weet-wel, die nieuwe wet). Ook de LHBTI-gemeenschap zette zich schrap toen er voor de zoveelste keer een penvirtuoos los ging. Men scheldt de ander uit voor rotte vis en als de doodswensen werkelijk uitgevoerd zouden worden, dan zou het aantal leden van Twitter of Facebook in rap tempo gehalveerd zijn. En ik besloot dus om er níét aan mee te doen. Als ik ergens over wil schrijven dan doe ik dat vanuit mijn eigen ervaring, en slechts vanuit mijn eigen verhaal. De beste stuurlui staan aan wal dus ik hou mijn mond.
Dus met andere woorden, de afgelopen weken heb ik al die bagger gelezen, de scheld- en slachtpartijen tot mij genomen maar wijselijk mijn mond gehouden, ja misschien een keer hartgrondig gezucht maar daar heeft niemand last van.
Ik weet niets van boerka’s. Ik kom uit een omgeving waar de boerka een weinig voorkomend kledingstuk is. Ik ken wél de hoedjes en de rokken. In vele varianten. Rokken tot op de grond met een split tot aan hun kont. Of ballonrokjes, ook zo’n grappig verschijnsel. Niet bepaald mijn smaak. Stokje erdoor en je hebt een lampion. Maar al die hoedjes vind ik wel leuk, ik heb er alleen het hoofd niet voor. Het staat me absoluut niet. Nee, hoofddeksels en sjaaltjes zijn niet aan mij besteed maar wat een ander mooi vindt of draagt vanwege geloofsovertuigingen moet hij of zij lekker zelf weten. Prima.
Toch verslikte ik mij laatst plotseling in de afkorting LHBTI. Ik had nog zo gezegd, ik schrijf er niets over want ik vind er niks van. Iedereen moet lekker doen wat ie wil! En toch struikelde ik, niet over de komkommers maar over die ene letter. Namelijk de H van hetero. Zet die er gelijk ook lekker tussen! Dan zitten we weer fijn met zijn allen in hetzelfde hokje, niemand uitgezonderd. Want ik voel me zo achtergesteld als hetero! Ik krijg niet de aandacht die ik verdien.
Wat een geneuzel, ik maak maar een grapje.
Wat ik bedoel te zeggen: als iedereen genoemd wil worden kunnen we dan niet gewoon ‘mens’ zeggen? Is het probleem van de positieve discriminatie ook weer uit de wereld. Trouwens, op www.rijksoverheid.nl wordt het allemaal keurig uit de doeken gedaan, euh, uit de boerka.
Reactie plaatsen
Reacties