Het fantastische beest

Inmiddels ben ik er achter dat er een beest in mijn hoofd zit en die is altijd wakker. Wees gerust, ik hoor geen stemmen of zoiets, nee, het beest is fantastisch. Mijn gedachten zijn soms dodelijk vermoeiend maar altijd boeiend en altijd onderweg. Het verhaal laat zich schrijven, het vertelt zichzelf.

Over vermoeiend gesproken: ook voor mijn naaste omgeving ben ik bij tijd en wijle vermoeiend. Dan zegt mijn man: je praat aan één stuk. En dan weet ik weer ‘hoe laat’ het is. Ik word meteen rustiger. Want zoals ik al schreef, het is zó vermoeiend!

Ik zorg er tegenwoordig voor dat ik altijd pen en papier bij me heb. Er was een moment dat ik dacht dat alle letters op waren, maar het was gewoon een gebrek aan papier en inkt. En bovenal een gebrek aan tijd! Wat is tijd? Laatst zei iemand: tijd is maar een begrip. We bedenken het zelf. Het fenomeen tijd, daar kan ik een apart hoofdstuk over schrijven. De westerse wereld heeft tijd zelf bedacht. Het is vooral handig voor de economie. Maar ik dwaal af.

Ik weet geen naam voor dat beest in mijn hoofd, noem het fantasie, noem het een kronkel of creativiteit, het maakt niet uit. Ik kan me geen leven voorstellen zonder mijn fantasie: het maakt het leven zoveel leuker! Het geeft kleur aan elke dag.

Als ik een werkdag in Amersfoort heb, zit ik vijftig minuten heen, en vijftig minuten terug in de trein. ‘Vroeger’ hadden we die moderne, blauwe stoelen, met een klaptafeltje voor je, waar mijn tas of schrijfgerei op kon. Tegenwoordig hebben ze de ouderwetse treinen met de groene bankjes weer van stal gehaald. Gezellig knietje vrijen met je visite die tegenover je zit: ik kan me op gaan lopen winden dat ik geen tafeltje heb, maar als de inspiratie er niet is moet ik ook niet gaan zeuren. Bovendien heb ik mijn droom verwezenlijkt dankzij het klaptafeltje, namelijk mijn debuutroman! Dus het is klaar nu.

Maar wat als ik inspiratie krijg voor een tweede boek? Zal ik dan een taxi huren? Of een dictafoon meenemen, zodat ik teksten in kan spreken? Of zal ik gewoon, met een boekje en een pen op mijn rechterknie, net zo vlot een boek neerschrijven als de eerste keer? We zullen het zien.

Zolang mijn kop telkens uit elkaar knalt van de inspiratie, bestaat er altijd een kans dat ik het nog gaan doen ook!

Maar voorlopig niet. Voorlopig wil ik even uitrusten van de achterliggende woordenstroom. Meer dan anderhalf jaar duurde het. En ik merk dat ik best moe ben nu. Ik denk dat ik even de tijd neem. De tijd pak.

Wat was tijd ook alweer? Een relatief begrip.

Maar dat fantastische beest zit er nog steeds. Ik zeul het wel met me mee, maar hij moet maar even geduld hebben, en afwachten of ik ‘tijd’ heb.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.